Overslaan en naar de inhoud gaan

Schouderprothese

Vervanging van het schoudergewricht

Gepubliceerd op: 01 februari 2022

De vervanging van het schoudergewricht door een prothese is een effectieve behandeling bij schouderartrose. Artrose van de schouder is slijtage van het gewrichtskraakbeen in de schouder. Dit kan ontstaan door langdurige overbelasting, door ouderdom, na eerdere breuken of ontwrichtingen, ten gevolge van reumatische aandoeningen en na een langer bestaande peesscheur in de schouder.

Wanneer niet-operatieve behandelingen onvoldoende helpen, en de klachten het dagelijks functioneren sterk beperken, is het plaatsen van een schouderprothese de enige oplossing.

De operatie 

De schouderkop en de schouderkom worden vervangen door een prothese. Het ene deel vervangt de kop van bovenarm en bestaat uit een kop met een steel van metaal. Het tweede deel is een kom van polyethyleen (harde kunststof). 

De metalen steel wordt in de bovenarm vastgemaakt met botcement. De kop past precies in de nieuwe schouderkom, waardoor de schouder weer soepel kan bewegen. Alle andere structuren rondom het schoudergewricht zoals de pezen, de spieren en het kapsel blijven bewaard. Die zijn van groot belang voor het uiteindelijke functioneren van het nieuwe gewricht na de operatie.

Omgekeerde schouderprothese

Als de artrose in het schoudergewricht is ontstaan als gevolg van een langer bestaande peesscheur in de schouder, wordt een speciaal type prothese gebruikt, namelijk een omgekeerde schouderprothese. 

De schouderkom wordt vervangen door een metalen kop, de kop van de bovenarm wordt vervangen door een kunststof kom op een metalen steel. 
Door dit type prothese te gebruiken wordt de bewegelijkheid van de schouder beter dan bij een normale prothese, zelfs als de gescheurde pees niet meer hersteld kan worden.

Op basis van lichamelijk onderzoek, röntgenfoto's en soms een CT-scan of MRI-scan, bespreekt de orthopedisch chirurg met de patiënt welk type prothese het meest geschikt is.

Na de operatie

De eerste dagen na de operatie wordt de arm in een sling gedragen. De eerste zes weken mag de arm maar weinig gebruikt worden en niet hoog opgetild worden. Dit betekent dat de patiënt dus ook niet mag fietsen, autorijden, tillen of de arm hoog optillen.
De revalidatie kan een half jaar tot een jaar duren, afhankelijk van de conditie van de patiënt en het type prothese. In overleg met de orthopedisch chirurg kan de patiënt na enkele dagen beginnen met fysiotherapie.

Mogelijke complicaties

Bij de plaatsing van een schouderprothese is er een kleine kans op complicaties. Complicaties die in sommige gevallen voorkomen bij patiënten die een schouderprothese hebben zijn:

  • Beschadiging van een bloedvat of zenuw. De arm kan tijdelijk gevoelloos zijn.
  • Beschadiging van een huidzenuw. Hierdoor kan de huid ‘doof' aanvoelen.
  • Nabloeding. Om een nabloeding te voorkomen wordt er een speciale drukpleister op de wond geplakt.
  • Een infectie. De kans hierop is erg klein.
  • Loslating van de prothese. Dit kan ontstaan door slijtage of door een infectie.
  • Schouderluxatie. Om luxatie te voorkomen is het belangrijk dat de patiënt de instructies van de arts na de operatie goed opvolgt.
  • Trombose. Om trombose te voorkomen, krijgt de patiënt na de operatie injecties met anti-stollingsmedicijnen.
  • Frozen shoulder: In sommige gevallen wordt de schouder na de operatie pijnlijk en stijf.

Meer over deze operatie in het Slingeland Ziekenhuis

Laatst bijgewerkt op: 01 februari 2022

Beste zorginstelling knieprothese 2021 Elsevier

Beste zorginstelling knieprothese 2021 Elsevier

©Fotografie Toon Hendriks
Sneller zelfstandig na een knie- of heupoperatie